De universele telecommunicatiedienst omvat een minimumaantal diensten, bestemd voor alle eindgebruikers tegen een betaalbare prijs. 

De universele dienst bestaat uit twee elementen: 

  • het geografische element;
  • het sociale element.

De wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie (hierna de “WEC”) en de bijlage 1 erbij (hierna “WEC-bijlage 1”) voorzien in bepalingen van toepassing op de universele dienst.  Hieronder volgt een korte samenvatting van deze bepalingen. Voor meer details nodigen we u uit om de relevante wetsartikelen te raadplegen.

Het BIPT stelt elk jaar een verslag van het toezicht op de universele dienst op.

De verslagen zijn hier terug te vinden.

Het geografische element

Art. 70 WEC, art. 3 tot 21 van de WEC en art. 41 van de WEC-bijlage 1

Het vaste geografische element van de universele dienst bestaat uit de levering van toegang, op een vaste locatie, tot een beschikbare adequate breedbandinternettoegangsdienst en tot spraakcommunicatiediensten.

Die diensten worden geleverd tegen een betaalbare prijs op het gehele grondgebied aan elke persoon die erom verzoekt, ongeacht diens geografische locatie.

Momenteel is geen enkele aanbieder aangeduid voor het geografische element van de universele dienst.

Het sociale element 

Art. 74 WEC, art. 22 van de WEC-bijlage 1

Het sociale element van de universele dienst omhelsde tot 1 maart 2024 de toewijzing van tariefkortingen voor vaste telefonie en/of vast internet van maximaal 11.5 euro.

Begunstigden van dit oud sociale tarief  die hun aanvraag vóór 1 maart 2024 deden kunnen dit verder genieten, voor zover zij zich niet in een van de 5 situaties bevinden waarin de huidige korting op het  abonnement stopgezet wordt. Meer informatie daarover vind je hier.

Vanaf 1 maart  2024 kan een “sociaal internetaanbod ” aangevraagd worden bij een operator voor vast internet door bepaalde categorieën van gebruikers. Verdere informatie over de toekenningsvoorwaarden van het sociaal internetaanbod vind je op de website van de FOD Economie.

Het sociaal tarief internetaanbod moet worden aangeboden door elke operator die een openbare elektronische-communicatiedienst aanbiedt en van wie de omzet met betrekking tot de openbare elektronische-communicatiediensten hoger is dan vijftig miljoen euro, of door elke andere operator die aan het Instituut zijn intentie heeft verklaard om het sociale element van de universele dienst te verstrekken.

Geografisch element: kwaliteitseisen

  • Besluit van 26 september 2014 met betrekking tot de neutralisering van bepaalde foutmeldingen op toegangslijnen overeenkomstig artikel 7,§2van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie
  • Ontwerpbesluit van 24 juni 2014 met betrekking tot de neutralisering van bepaalde foutmeldingen op toegangslijnen overeenkomstig artikel 7,§2van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie
  • Besluit van 17 juni 2009 betreffende een verzoek om afwijking vanwege Belgacom NV overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie
  • Raadpleging betreffende een aanvraag voor een afwijking ingediend door BELGACOM N.V. overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van de bijlage bij de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie

Het sociale element

Financiering van de universele dienst

Telefoongidsen, inlichtingendiensten en openbare betaaltelefoons (vroegere verplichtingen)

This webpage is part of an EU quality network

Naar boven