• FAQ

    Met deze tips kan je er iets aan doen.

    Modem en router

    Geen internet zonder modem en router.

    • Een modem zorgt voor de internetverbinding door het signaal dat je operator binnenbrengt via kabel, ADSL of glasvezel om te zetten in een signaal dat kan gelezen worden door je pc, smart-tv, enz.
    • De modem stuurt het internetsignaal door naar de router die het over diverse apparaten verdeelt.
      Vaak worden de modem- en routerfunctie in één enkel toestel gebundeld.

    Plaats je modem (die meestal ook de wifirouter bevat) op de beste plek.

    De beste plek is:

    • centraal: hoe verder weg je je van de zender bevindt, hoe zwakker het signaal;
    • zo hoog mogelijk;
    • uit de buurt van obstakels: het signaal circuleert beter wanneer de modem op een vrijgemaakte plaats staat... De muren en deuren zijn evenzeer obstakels tussen jou en de modem die het wifisignaal uitzendt;
    • uit de buurt van bepaalde apparatuur: elektronische apparatuur die met radiosignalen werkt, zoals babyfoons, weerstations, draadloze telefoons … kan je wifisignaal verstoren. Zorg voor een afstand van minimaal 30 cm tussen dergelijke apparaten en je modem. Of beter nog, schakel ze uit als je de wifi gebruikt. 

    Verander de frequentieband

    Een ander wifikanaal kan een groter internetbereik bieden. Er zijn momenteel drie frequentiebanden beschikbaar om wifisignalen door te geven:

    • 2.4 GHz (2400-2483,5 MHz): dit is een vaak gebruikte frequentieband waardoor er veel verkeer is op dit netwerk. Dat zorgt soms voor een tragere verbinding. Voordeel van deze band is dan weer dat de signalen een grotere afstand afleggen en gemakkelijker door obstakels zoals muren, vloeren… dringen;
    • 5,0 GHz (5150-5350 MHz en 5470-5725 MHz): dit netwerk is in de regel stabieler omdat er minder interferentie van andere apparatuur is. In deze band is gezien de beschikbare bandbreedte een veel grotere capaciteit mogelijk in vergelijking met de 2.4 GHz. De meeste, maar niet alle, ontvangers ondersteunen deze band. Bovendien heeft deze frequentieband als nadeel dat de signalen er een kleinere afstand kunnen in afleggen dan in de 2.4GHz-band. Hoe hoger de frequentieband, hoe moeilijker de signalen door obstakels dringen;
    • 6 GHz (5945-6425 MHz):  deze frequentieband biedt een hogere bitsnelheid, een kortere responstijd en een beter beheer van de verbindingen in geval van een grote dichtheid van gebruikers, zoals bij openbare hotspots. Om ten volle hiervan gebruik te maken is wel compatibele apparatuur vereist. (meer info)

    Verander het wifikanaal

    Wifirouters verdelen het signaal over diverse apparaten. Ze kiezen in principe automatisch een kanaal uit voor het wifinetwerk. Je kan je wifisignaal echter verbeteren door handmatig een kanaal in te stellen, bijvoorbeeld als de buren hetzelfde kanaal gebruiken (wat je verbinding zou kunnen hinderen). 

    Op de 2.4GHz-frequentieband zijn er 13 kanalen met een bandbreedte van 20 MHz. Kies een ander kanaal in geval van storingen.

    De 5GHz-frequentieband telt 23 kanalen met een bandbreedte van 20 MHz. De kanalen boven 5,47 GHz (met nummers vanaf 100) zijn het krachtigst, maar niet geschikt voor alle apparatuur. Deze kanalen kunnen gecombineerd worden om bandbreedtes te verkrijgen tot 160 MHz (twee kanalen van maximaal 160 MHz aangezien deze frequentieband is opgedeeld in verschillende delen). 

    De nieuwe 6 GHz-band is opgedeeld in zeven kanalen met een bandbreedte van 160 MHz en 14 traditionelere 80MHz-kanalen. Zorg ook hier voor compatibele toestellen (en router).

    De beschikbare wifikanalen kan je scannen en meten met specifieke software, zoals “Wifi Analyzer” voor Android, of “inSSIDer” voor Windows en Network Analyzer voor iOS.

    Op de site van je operator wordt je uitgelegd hoe je een ander wifikanaal kunt selecteren.

    Ligt het aan mijn apparatuur?

    Oudere tablets, pc’s, smartphones…  vertragen je wifiverbinding. Vermijd om je wifi te verbinden met apparaten die ouder zijn dan 5 jaar. Niet enkel de wifi voor dit toestel zal trager werken, het beïnvloedt ook de prestaties van andere, meer recente toestellen op de wifi.
    Wil je toch oudere apparatuur gebruiken, sluit ze dan niet aan op de wifi, maar wel met een ethernetkabel (minstens cat. 5e of 6). Een ethernetkabel bezorgt elk toestel sowieso een snellere en betrouwbaardere verbinding dan wifi.

    Als je nieuwe apparaten aanschaft, ga dan ook voor de aankoop na of ze ten minste beantwoorden aan de wifi-5-standaard (802.11ac) en maximaal aan wifi 6 of 6E (802.11ax). Het recente wifi 6E maakt gebruik van dezelfde technologie als wifi 6 maar benut de 6GHz-band en maakt meer breedbandverbindingen tezelfdertijd mogelijk.

    Opgelet: de frequentiebanden van wifi 6E in Europa verschillen van deze in de Verenigde Staten dus controleer bij een aankoop online dat de apparatuur wel degelijk bestemd is voor Europa.

    Sluit ook niet te veel apparaten tegelijkertijd aan op de wifi om het netwerk niet te overbelasten of ga indien nodig voor “wired” internet en sluit deze aan met de ethernetkabel. Is dat niet mogelijk, dan kan je een ethernetadapter gebruiken, waarmee je via een USB-poort toch een ethernetkabel kan aansluiten.

  • FAQ

    De ICAO-codes (ICAO is de internationale organisatie voor burgerluchtvaart) worden niet door ons geleverd: deze codes zijn de vierletterige codes voor geografische indeling die toegewezen worden aan alle luchthavens over de hele wereld.

    International Civil Aviation Organization codes

  • FAQ

    Ja, op voorwaarde dat de aanvrager houder is van een certificaat van klasse A en het station van op Belgisch grondgebied wordt gebruikt.

  • FAQ

    Nee.

    De Europese reglementering inzake roaming heeft niet tot doel permanente roaming toe te staan, namelijk de aankoop van een abonnement of van een prepaidkaart bij een buitenlandse Europese operator om daarvan permanent gebruik te maken in België.

    De reglementering schrijft voor dat de operatoren een beleid inzake redelijk gebruik mogen invoeren om zich te wapenen tegen een dergelijk gebruik van roamingdiensten. Bij overschrijding van het beleid inzake redelijk gebruik dat door de operator is ingesteld, kunnen toeslagen worden aangerekend.

    Wanneer je bijvoorbeeld een abonnement neemt bij een Franse operator en dat abonnement permanent in België gebruikt, kan de Franse operator jou een toeslag aanrekenen. 

  • FAQ

    Nee, het radiostation wordt enkel gebruikt om informatie over technische onderzoekingen en bijbehorende onderwerpen ongecodeerd door te zenden. Het is dus niet toegestaan om zijn levensverhaal te vertellen of versleutelde of gecodeerde berichten te gebruiken. Toch mag de houder van een vergunning voor een automatisch station of voor een van op afstand bediend station na toestemming van het BIPT versleutelde berichten gebruiken voor het beheer van zijn station.

    Bij oefeningen georganiseerd door een Belgische nooddienst mag de houder van een bedieningscertificaat van de 5e categorie met de voorafgaande toestemming van het Instituut, communiceren over onderwerpen in verband met deze oefeningen.

    Op verzoek van de autoriteiten die bevoegd zijn voor crisisbeheer, mag de houder van een certificaat van de 5e categorie de Belgische nooddiensten bijstaan door zijn stations van de 5e categorie in te zetten om het uitvallen van de elektronische communicatie op te vangen. Enkel in dat kader mag hij met name: versleutelde of gecodeerde berichten verzenden, alle stations van de 5e categorie gebruiken met de toestemming van de houder van de vergunning van het station in kwestie; en communiceren over onderwerpen in verband met de activiteiten van de nooddiensten.

  • FAQ

    Wij nemen voor de vervaldatum schriftelijk contact met jou op.

    Meld ons dus altijd elke wijziging van jouw adresgegevens (de reglementering bepaalt dat je gegevens steeds up-to-date moeten zijn).

    Wanneer je echter twee weken voor de vervaldatum nog niet door het BIPT bent gecontacteerd, neem dan zo snel mogelijk contact met ons op !

  • FAQ

    Mijn operator heeft voor roaming een afwijking gekregen. Wat houdt dat in?

    De operatoren hebben het recht om aan het BIPT een afwijking te vragen waardoor ze toeslagen op de roamingdiensten in de Europese Unie (en geassocieerde landen: IJsland, Noorwegen en Liechtenstein) mogen vragen.

    Geen enkele Belgische operator beschikt momenteel over een dergelijke afwijking. 

    De toeslagen die op grond van zo’n afwijking toegepast mogen worden, mogen niet hoger zijn dan de volgende bedragen:

    Wat doe je? Hoeveel betaal je?
    (btw inbegrepen)
    Je belt maximaal 3,8 eurocent per belminuut naast het thuistarief
    Je ontvangt een oproep maximaal 0,94 eurocent per minuut van ontvangen oproep
    Je verstuurt een sms maximaal 1,2 eurocent per sms naast het thuistarief
    Je ontvangt een sms geen toeslag mogelijk
    Je surft op het internet maximaal 0,34 eurocent per megabyte naast het thuistarief

  • FAQ

    Mogelijk kom je in aanmerking voor het sociaal internetaanbod.

    Beantwoord je niet aan de toekenningsvoorwaarden of vind je het sociaal internetaanbod niet interessant?
    Kijk dan op bestetarief.be, de telecom tariefvergelijker van de overheid, na welk telecom tariefplan wel aan jouw behoeften voldoet en eventueel voor jou voordeliger is. Je vindt er alle telecom tariefplannen beschikbaar op de markt, gerangschikt van goedkoop naar duurder.

  • FAQ

    Zoek eerst op welke snelheid uw operator u contractueel belooft aan te bieden

    Ga niet uit van de snelheden die operatoren vermelden in hun advertenties.

    Aanbieders van vaste internetdiensten (ISPs) moet in hun contracten en op hun website ook de minimale, maximale en normaliter beschikbare snelheid vermelden.

    Een besluit van het BIPT definieert hoe deze waarden concreet moeten verstaan worden, rekening houdend met de manier waarop netwerken zijn opgebouwd in België: 

    • onder minimale snelheid moet worden verstaan de waarde van de snelheid waar de toegangsleverancier nooit onder zal zakken, tenzij bij onderbreking van de dienstverlening;
    • onder normaal beschikbare snelheid moet worden verstaan de waarde van de snelheid die een eindgebruiker zou mogen verwachten te krijgen gedurende het grootste deel van de tijd wanneer hij toegang zoekt tot de dienst (d.w.z. gedurende ten minste 95% van de tijd);
    • onder maximale snelheid moet worden verstaan de waarde van de snelheid die de gebruiker mag verwachten op bepaalde momenten, in principe ten minste één keer per periode van 24 uur. 

    De effectieve snelheden moeten zich tussen de minimale en maximale snelheden bevinden en, bij voorkeur, zo dicht mogelijk bij de normaal beschikbare snelheid.

  • FAQ

    Hoe te werk gaan om de werkelijke snelheid nauwkeurig te meten?

    Er bestaan speedtests (van derde partijen of van operatoren) om de werkelijke snelheidsprestaties van ISPs te meten. Voorbeelden zijn: 

    Op het internet zal u er nog andere vinden. 

    Wanneer u er één geselecteerd heeft, heeft u er belang bij een zo nauwkeurig mogelijk bewijs van de gebrekkige snelheid te verzamelen. 

    Volgende omstandigheden hebben een positieve invloed op de nauwkeurigheid van de metingen:  

    1. gebruik altijd dezelfde speedtest (dit vermijdt afwijkingen ten gevolge van andere speedtests);
    2. zorg voor een vaste verbinding van het meettoestel (laptop) met de modem (dit vermijdt een te lage snelheid door gebruik van WiFi dat beperkt is door muren of andere elektrische apparatuur);
    3. zie erop toe dat andere personen in het huishouden op het moment van de meting geen gebruik maken van het internet (ook zij gebruiken capaciteit die dan niet door de meting kan gebruikt worden en dus het resultaat van de meting verlaagt);
    4. sluit alle andere programma’s (browser, gaming, muziek) op het meettoestel (laptop) af (ook die programma’s gebruiken capaciteit waardoor het resultaat van de meting te laag is);
    5. meet meermaals en gedurende meerdere dagen uw snelheid tussen 19u en 21u. (om aan te tonen dat er voortdurend of regelmatig een te lage snelheid is);
    6. neem screenshots van alle metingen en sla deze op, samen met de dag en tijdstip van elke meting.

    Het BIPT benadrukt dat zelfs met inachtname van al deze tips er nog altijd de beperkingen van het meettoestel zelf zijn. Om bv een snelheid van 1Gbps te meten, moet de laptop beschikken over een netwerkkaart die in staat is om een snelheid van 1Gbps te halen. Bij modernere en/of duurdere laptops is dat vaak al mogelijk, maar bij oudere en/of goedkopere modellen kan dit wel eens ontbreken.

Naar boven